Patrice Riemens on Wed, 12 Dec 2001 11:55:02 +0100 (CET) |
[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]
[Nettime-nl] Bruno Latour: De Politieke Ecologie oftewel Twaalf Thesen om de Groenen van Hunzelf te Redden |
Oorspronkelijk in Le Monde, 6 december 2001 http://www.lemonde.fr/rech_art/0.5987.253522.00.html Twaalf Thesen om de Groenen van Hunzelf te Redden Bruno Latour Op het moment dat een derde van de Frannen kennelijk van plan is zijn stem uit te brengen op de drie het meest aan politieke aderverkalking lijdende landgenoten - Jean-Pierre Chevenement, Jean-Marie Le Pen en Arlette Laguiller - is het wellicht een goede zaak om de enige politieke beweging die wat nieuws te melden heeft bij de volgende verkiezingen, de Groenen , stevig (wakker) te schudden. Thesis 1: De politieke ecologie slaat niet op het verdedigen van de natuur. Zij neemt in tegendeel akte van het einde van de natuur in de hoedanigheid van 'alternatief' op de politiek. Sinds de meervoudige 'milieu-krisis' is er geen 'buiten' meer dat als reserve, rustpunt, of tegenpool kan dienen voor hetgeen waarmee mensen zich openlijk uiteen moeten zetten. 2. De politieke ecologie beschouwt als haar tegenstanders zowel zij die alleen met een bepaalde gedeelte van de mensheid rekening willen houden, als degenen die geloven dat zij de verdedigers zijn van de natuur, van haar wetten en evenwichten. Zo zij ooit het gemeenschappelijk bewustzijn binnen is getreden naar aanleiding van zaken die met de 'natuur' te maken hebben, beschouwd zij thans zulks als haar kinderlijk verleden. Het zou dan ook een kinderziekte zijn zich (uitsluitend) daaraan te willen blijven hechten. Nu is het namelijk het gehele openbare leven die zij wenst te vernieuwenm en niet slechts het milieu, de solidaire (alternatieve) economie of het beheren van de risico's (-maatschappij). 3. De politieke ecologie herkent dat de democratie zich niet kan verbinden met het lot van menselijke wezens in afzondering van de multitude (de veelvuldigheid) van de (andere, al dan niet levende) wezens waarmee zij altijd al verbonden zijn geweest: wilde en getemde dieren, landschappen, grondstoffen, klimaten, steden, industrieen, rivieren en aarde, maar zij hoed zich ervoor om in een van te voren bepaalde eenheid het geheel der menselijke en niet-menselijke wezens bij elkaar te vegen onder het paraplu-begrip 'de natuur'. Zij herkent in tegendeel dat hetgeen het lot van al deze wezen aan elkaar verbindt juist onzeker, instabiel, hachelijk is, en een voorwerp moet zijn van aanhoudende zorg en aandacht, en van een voortdurend publiek debat. Tegenover het begrip 'natuur' stelt zij de cosmo-politiek. Tegenover de 'natuurlijke vanzelfsprekendheid' stelt zij de publiekelijk geregelde institutie der (ver)banden tussen mensen en niet-mensen. 4. Men heeft de politieke ecologie er weleens beschuldigd van zowel extreem-rechtse standpunten - omdat zij de banden zou aan halen met het erfgoed en de plek (van oorsprong) - als van extreem linkse - omdat zij het anti-capitalistische en anti-mondialiserende gedachtengoed over zou nemen, of ook wel van het zich over geven aan de onzinnige slogan "noch links noch rechts". Het is waar dat zij in zich de kiem draagt van een herschikking van het politiek schaakbord. Daar zij weigert zichzelf te situeren op de vooruitgang/reactie schaal, kan zij zich niet met 'links' identifieren in de zin van de sociaal-democratie. Daar zij ook weigert om de utopische en moderniserende dromen van de 'revolutie' uit te dragen, kan ze zich ook niet tot het extreem-linkse gedachtengoed rekenen. En aangezien zij weigert om de toekomst te beperken tot wat de minderheid der bevoordeelde mensheid in het rijke Westen aangaat, mag zij zich evenmin tot moderniserend rechts rekenen. Tenslotte, omdat zij niet toelaat dat de politiek zich zou moeten beperken tot de mensen die behoren tot reeds bestaande ethnieen en naties, kan zij zich ook onmogelijk tot extreem-rechts rekenen. De politieke ecologie is ambitieuzer, opstandiger,radikaler, humanistischer, en agressiever dan al deze achterhaalde onderverdelingen van het publiek (politiek) handelen. Zij wil hen allen herstichten omdat zij een geheel andere visie heeft op de toekomst. 5. De politieke ecologie weet dat de toekomst niet gebouwd kan worden op de progressieve modernisering van de hele planeet onder de aegis van een rede die gedefinieerd wordt al het 'rijk van de natuur', van haar ijzeren weten, en van haar onbespreekbare evenwicht. Aan de veelvuldigheid der culturen aarzelt zij niet de veelvuldigheid der 'naturen' toe te voegen. Zij herkent dat een andere eenheid mogelijk is dan die die het resultaat is van zorgvuldige en vandaar noodzakelijkerwijze verhitte onderhandelingen aangaande het aantal wezens dat zich tot hetzelfde collectief wil gaan rekenen. Zij beschouwd de planeet niet als een verzameling politieke uiteenzettingen tegen een natuurlijke gemeenschappelijke eenheid, maar als een voortdurende strijd van verschillende werelden die alleen dan samenleving en harmonisatie zullen aanvaarden als ze de prijs van het onderhandelen ervoor betaald hebben. Zulks is in haar ogen de vorm die de rede aanneemt. 6. Terwijl alle andere deelnemers aan het publiek debat de toekomst op een modernistische wijze zien als een bevrijding uit de beperkingen van het verleden, als een toenemende externalisering van steeds meer zorgen, als het wegcijferen van een toenemend aantal wezens, herkent de politieke ecologie als enige mogelijke toekomst een duizelingwekkende toenname van het aantal wezens waarmee rekening gehouden zal moeten worden. Zij heeft niet emancipatie en onthechting als horizont maar juist aanhechting en zorg. Zij treedt derhalve in gesprek met alle andere cosmo-politieken op de wereld die evenmin vooruitgang, natuur, of modernisering ooit als doel gehad hebben. Zo zij weigert om reactionair te zijn in de zin van een illusoir terugkeer naar het verleden, is zij wel degelijk heftig in reactie tegen de moderniserende utopieen - met inbegrip van de revolutionaire varianten ervan. Haar toekomst, dat is een toenemende internalisering van alwat de andere politieke projekten juist geexternaliseerd hebben. 7. De politieke ecologie zoekt niet in de natuur-, economische, en menswetenschappen de onbespreekbare zekerheden die haar in staat zouden stellen het publiek debat kort te sluiten om de modernisering te versnellen. Zij wenst evenmin deze wetenschappen te beperken tot het produceren van 'feiten', om zich vervolgens het debat over 'waarden' toe te eigenen. Zij heeft juist veel meer waardering voor de wetenschappen dan de andere (politieke) bewegingen, want zij verwacht van deze dat zij de toekomstige werelden waarmee rekening gehouden zal moeten worden zullen ontdekken, alsmede de vermenigvuldiging der voorwerpen - die zich veelal aan de bewuste waarneming onttrekken - waarmee wij voortaan rekening zullen moeten houden. De politieke ecologie heeft dus, en dit voor het eerst in de geschiedenis van de politiek, een volwassen verhouding met de wetenschappen. 8. De politieke ecologie heeft als ambitie te slagen daar waar de, in de 18e eeuw bedachte politieke economie gefaald heeft. Deze faalde, omdat zij de politiek van de economie, die zij als een materiele infrastruktuur beschouwde, onafhankelijk had gemaakt. Voor haar is de economie geen vijand die bestrijding behoeft, maar een bondgenoot die voorbijgestreefd moet worden teneinde minder simplistische manieren te ontdekken de wezens waarmee rekening gehouden moet worden (inderdaad) in rekening te brengen en de hierarchiese balans van hun respectievelijk belang op te stellen. De politieke ecologie beschouwt de economie niet als een materieele infrastruktuur, maar als een van de politieke vormen van het met elkaar in verband brengen van wezens, waarbij de simulatie door middel van cijfers en modellen juist een manier is om het publiek debat aan te zwengelen. Het is in die zin dat zij de erfgename is van de ambities van links. 9. Tezamen met de dromen van een moderniserende revolutie heeft de politieke ecologie ook de aftanse kledij van het anti-kapitalisme van zich afgeschud. Zij herkent niet het bestaan (als zodanig) van (zoiets als) het kapitalisme, noch van een 'geest van het kapitalisme', maar ziet slechts een veelheid van kwetsbare dispositieven om die de wensen en besluiten, alsmede de aanhechtingen en de belangen te registreren die de mensen aan elkaar bindt en die hen binden aan de dingen die zij als de hunne beschouwen. Wat zij wel met hartstocht bestrijdt, is de toeeigening zoals gepraktiseerd door bepaalde groeperingen, die pretenderen de enige gequalificeerde vertegenwoordigers te zijn van de veelvuldigheid van organisaties en werkwijzen die ruilverhoudingen bepalen, en dit onder de mom van een onbespreekbare (objectieve) economische wetenschap. 10. De politieke ecologie koestert even weinig vrees voor de mondialisering dan zij dat doet ten opzichte van de natuurwetenschappen, de economie, of het kapitalisme. In tegendeel, de mondialisering is juist haar hoop en horizont. Want het gaat haar om de wereld, en om de onmogelijkheid om welk dan ook van zijn componenten uit te sluiten. Als zij zich keert tegen de 'globalisering' en de ermee gepaard gaande globa-mania , dan is het vanwegens het parochiale, eigengerichte, ethnisch bepaalde of anthropocentrische karakter van de gebruikelijke definities van de gemeenschappelijke leefwereld. Zij roept juist de mondialisering uit al haar krachten op, opdat allen vertegenwoorddigd worden in de opbouw van het kollektief gebeuren. 11. In haar streven om dit publiek gebeuren een nieuw leven in te blazen kan en mag de politieke ecologie zich niet beperken tot alleen maar representatie ten dienste en gelegenheid van het verkiezingsproces: zij wenst in tegendeel alle manieren van vertegenwoordiging die door de huidige samenlevingen bedacht zijn om geloofsovertuigingen, verlangens en belangen uit te dragen, voor zich te laten spreken. De marktorganisaties, de media, akademische twisten, sociale wetenschappelijke standpunten, kunstuitingen, dit zijn allemaal gevarieerde instrumenten om de veranderlijke vorm van het publiek (domein) vast te stellen, dat wil zeggen de onbestemde verwarringen, de 'cosmogrammen' waarin zich langzaamaan aan ons bewustzijn de onverwachte en onvoorspelbare consequenties van ons riskant handelen openbaren. De politieke ecologie laat het dus niet aan experts over om (daarover) te oordelen en te beslissen, maar vertrouwt op de blinde tast van deze iele instrumenten die zij zich ten doel stelt te vermenigvuldigen als even zovele alarm systemen en ondersteunende mechanismen van en voor de democratie. 12. Wat te doen met de politieke ecologie? Niets. Wat te doen dan? Politieke ecologie! vertaald door Patrice Riemens, http://www.sarai.net Delhi, India ______________________________________________________ * Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet * toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een * open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek. * Meer info, archief & anderstalige edities: * http://www.nettime.org/. * Contact: Menno Grootveld ([email protected]).