Martin Sjardijn on Fri, 6 Dec 1996 10:00:41 +0200 |
[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]
nettime-nl: Weightless Sculpture |
Beste Nettimers, Als beeldend kunstenaar werk ik sinds 1985 aan de realisatie van het Weightless Sculpture Project: http://www.xs4all.nl/~sjardijn In 1991 hield ik een lezing waarvan een deel in 'Andere Sinema' verscheen. Via dit communicatiekanaal stel ik deze tekst alsnog en het project ter kritische beoordeling alvorens met sponsors in zee gaan, ter realisering van mijn langlopende project. Martin Sjardijn --- KUNST, ARCHITECTUUR, RUIMTE Over beeldvorming in de (electro-digitale) ruimte n.a.v. de abstracte bewegingen aan het begin van de eeuw. Lezing 17 mei 1991 Hoge school voor de kunsten Tilburg. Den Haag, november 1990. Maximum 72 dia's. (zie hiervoor http://www.denhaag.org/~sjardijn) INLEIDING Belangrijkste punt van overweging in mijn eigen werk is geweest de onthechting van een kunstopvatting, die gedikteert is door een syndroom van economische aard. Een kunst en architectuur, die uitsluitend op de markt is gericht ervoer ik als reeds gemaakt en derhalve overbodig. Vernieuwingsdrang heeft me losgemaakt van een mentaliteit, die ik nu beschouw als voortkomend uit angst voor armoede, leegte en non-status. Alleen door deze angst te relativeren, in een zo gestressde geldeconomie, is het mogelijk om een krachtige en authentieke bron te ontwikkelen. Deze bron, heeft tot nu toe genoeg weerstand kunnen bieden aan de veelheid van informatie, die op mij afkwam, om reeds gedefini�erde economische belangen te helpen ondersteunen. Als ik even terugblik in de tijd, dan is voor mij het meest opvallend geweest in de tachtiger jaren, het uiteenvallen van de modernistische opvattingen, als in een fraktal van zich repeterende herhalingen met een toenemende complexiteit. (hetgeen men postmodernisme noemt). Het is me daarbij opgevallen dat tegelijkertijd vanuit de technologie zich een enorme versnelling heeft voorgedaan op het gebied van de electronica. In 1980 was de computer nog slechts in handen van enkelingen, nu is het een min of meer huishoudelijk apparaat geworden, zoals een stofzuiger. Voor mij is deze fraktal-achtige ontwikkeling van het modernisme deels een reactie op de cyberspace-technologie. Het is gemakkelijk om te denken dat het werk van de afgelopen jaren gekenmerkt werd door terugblik. Men gaat dan voorbij aan de complexiteit van de structuur van het werk. Deze complexiteit is naar mijn mening een poging om een antwoord te geven op een door technologie gedomineerde cultuur. De spanning tussen de hedendaagse kunstopvattingen aan de ene kant en de technologische ontwikkelingen aan de andere kant, deden mij denken aan de beginjaren van deze eeuw. Hierbij denk ik aan constructivisten maar ook aan de Italiaanse futuristen. Onder invloed van de ontwikkelingen in hun tijd op technisch gebied, zoals de komst van auto en vliegtuig, zetten zij zich af tegen een cultuur, die volledig in de ban is van de grootheid van verleden en museum. Enkele zinnen uit het futuristisch manifest (Marinetti) luidden: Wij staan aan de spits der eeuwen!... Waarom zouden we terugkijken als we de geheimzinnige poort van het onmogelijke willen openbreken? Tijd en ruimte zijn gisteren gestorven. We leven reeds in het absolute omdat we de eeuwige alomtegenwoordige snelheid (de auto en het vliegtuig) reeds geschapen hebben. En verder... Door een oud schilderij te bewonderen storten wij onze gevoeligheid in een urn, in plaats van haar wijd en krachtig te laten uitstralen in schepping en daad. Het is mijns inziens te gemakkelijk om te denken, dat ook onze tijd wordt gekenmerkt door een terugblikken in de geschiedenis. En dat zich een culturele vermoeidheid heeft aangediend, vergelijkbaar met met die van het einde van de vorige eeuw. Ik heb mij daarom gericht op de technische wetenschappen; de ruimtevaart, de neuroanatomy; de artifiele intelligentie en alles wat buiten het gebied van de kunst lijt te liggen. De wereld van de kunst zoals ik die de afgelopen periode om mij heen ervoer lijkt volstrekt gemarginaliseerd. Daarbuiten, binnen het technisch wetenschappelijke bedrijf gebeuren veel spannender dingen. Mijn doelen heb ik daarom gesteld op schier onbereikbaren plaatsen, zoals de buitenaardse ruimte gewichtloosheid en de Maan en Mars. Plekken die voor het technisch wetenschappelijk bedrijf heel bereikbaar zijn en gewoon om over na te denken. Het Internet is een technologie die me de afgelopen jaren tegemoed is gekomen, waardoor ik beter in staat ben om mijn ideeen te ontwikkelen en uit te voeren. In de praktijk bestaat het belangrijkste deel van mijn werk uit de resultaten van de spin-off op weg naar de doelen, die niet direkt gerealiseerd behoeven te worden. OVER MIJN WERK: Vanaf min of meer 1980 ervoer ik steeds duidelijker dat het schilderkunstig vocabulair dat ik bezat, niet meer toereikend was voor mij om de werkelijkheid zoals ik die kende, te verbeelden. Mijn werk bestond in die periode tot 1985 uit simulaties van expressionisme, en allerhande stijlen (dia's***). Voor het eerst in 1984 verplaatste mijn belangstelling zich naar de meest cultuurloze ruimte die ik kende: de buitenaardse ruimte. Deze ruimte, die ik mij alleen kon denken, moest derhalve in mijn hoofd worden vorm gegeven. De eerste verbeelding was een lijnstuk, zichtbaar vanaf de aarde met het blote oog, bij heldere nachtelijke hemel. (dia's **) In de loop der jaren heb ik deze basisvorm verder ontwikkeld. Daarbij ben ik via geometrische en figuratieve onderzoekingen, uiteindelijk gekomen tot een complexe abstractie in de ruimte. (Dia's met uitleg *******) VERDIEPING: Ik wil nu iets dieper ingaan op het onderwerp van de lezing. De ondertiteling luidde: Over beeldvorming in de (electro-digitale) ruimte, n.a.v. de abstracte bewegingen aan het begin van de eeuw. Ik doel hiermee op twee typen ruimten: de electronische en de buitenaardse ruimte. Voor mij is het kenmerk van de vroege abstracten, de ontdekking van een nieuwe virtuele ruimte in het doek, de ontdekking van de leegte en de geschiedenisloosheid; de ontdekking van het einde van de horizon. Zij voegden een ruimte toe aan de illusoire en perspectivische ruimte van de renaissance, die was gebonden aan de zwaartekracht. De renaissancisten kenden een rechte horizon als scheiding tussen land en lucht, met daarop de verdwijnpunten. Dit renaissance perspectief had een totaal ander toekomstidee. Het verdwijnpunt lag altijd in de verte en bewoog mee met de beschouwer. zoals het einde van de regenboog niet benaderbaar is maar altijd meebeweegt met de toeschouwer. Er was sprake van een zichtbare ruimte-tijd tussen voor en achtergrond. Deze opvatting van ruimte en tijd is achterhaald door de constructivisten. De constructivisten beschouwden dit verdwijnpunt als benaderbaar gegeven. ZWART VIERKANT, door de Russische constructivist Malevich, is daarvan een eerste voorbeeld. Dit werk zonder verdwijnpunt kent ruimte nog tijd. Het werk zelf was als verdwijnpunt vorm geworden. Het toont een aanwezig zijn in de nieuwe perspectiefloze ruimte. Dit werk vergelijk ik direkt met de harde schijf van de hedendaagse computer. Een geheugenruimte waarin ruimte en tijd samengevallen, door de snelheid van het systeem. Een onhistorische black box, zoals de lege grotwanden uit de pr�-historie. De constructivisten waren niet alleen tijdgenoten van de grondleggers van de hedendaagse ruimtevaart en quantummechanica, zij waren tevens de eerste reizigers en architecten van de electronische en buitenaardse ruimte. De in de geheugenruimte van het doek ondergebrachte werken van de constructivisten, zijn de eerste beginselen van een architectuur in de electro-digitale- en buitenaardse ruimte. (dia's ***). In deze nieuwe ruimte zijn horizonten tot cirkels en punten geworden, zoals de horizon van de maan een cirkel is en de horizon van een mars een punt. In de electronische ruimte zijn zij, bytes, pixels, cursors en vensters van de desk-top systems. Sinds enkele jaren kunnen wij zien hoe dit renaissancistisch perspectief nu ook gewichtloos wordt opgenomen in de nieuwe ruimte-beelden. Complete nieuwsfeiten zien wij kantelend wegdraaien, onthecht van zwaartekracht en los van het aards fundament, stabiel roterend in een fiktieve buitenaardse ruimte. Denk daarbij aan de filmische schermen die de Nos iedere avond toont voor aanvang van het nieuws. (dia **) MANIFEST EN SLOT Ik heb willen aangeven hoe via het modernisme in kunst complexe ruimteopvattingen samengrijpen uit verleden en heden. Ik heb de opvatting ongedaan willen maken; als zou het postmodernisme een reactie zijn op het modernistische vernieuwings-denken . En ik heb ook getracht te pareren, dat het postmodernisme een mentaliteit zou zijn van louter citeren en terugkijken in de geschiedenis. De belangrijkste uitdaging voor de hedendaagse kunst ligt naar mijn mening in de verkenning van de nieuwe ruimte-opvattingen met daarin meegenomen het oude perspectief. Hiermee is de geschiedenis in de geschiedenisloosheid ondergebracht. Een zinvolle uitdaging ten opzichte van het materi�le bouwen is de verkenning en ontginning van de electronische ruimte en cyberspace in de zin van het aanleggen van electronische wegen, infra-structuren en een electronische werkelijkheid. Daarnaast is het een uitdaging om de buitenaardse ruimte te verkennen vanuit een beeldend en architectonisch standpunt. Hierdoor kan een omvorming plaatsvinden van de historische gegevens in de nieuwe geheugenruimten van bewustzijn, de cyberspace en buitenaardse ruimte. De nieuwe ruimte-opvattingen hebben zich aangedient in een eeuw waarin er een steeds groter gebrek is aan klassieke renaissancistische ruimte. Niets lijkt op dit moment frustrerender, dan te bouwen vanuit alleen deze klassieke ruimteopvatting, op een moment waarop de aarde eigenlijk volgebouwd is. Zeker in het westen. De wijze waarop een gigantische verstedelijking zich nu ook voltrekt in de derde wereld ervaar ik als tragisch en eerder voortkomend vanuit een beleggersdrang, dan vanuit een creatief en artistiek proces. Het zijn de nieuwe fabrieks-steden van de geldeconomen. In deze steden staat wonen gelijk aan werken, maar dan onbetaald. De motoren van de vliegtuigen en auto's ronken er harder dan de machines in de 19e eeuwse fabrieken. Hetzelfde geldt voor de beeldende kunst. Haar inspiratiebron ligt niet meer in de materialisering van het verleden en in de materialisering van de opera, maar haar werkterrein en inspiratiebron ligt in de immateri�le electronische- en buitenaardse ruimte. Er zal sprake moeten zijn van een tranformatie, een omvorming en ineengijpen van de klassieke opvattingen in de nieuwe ruimtewerkelijkheid. Kunstenaars en architecten van vandaag zijn de ingenieurs van ruimteschepen, satellieten en ruimtestations; van gegevens- bestanden en databanken. De kunstenaars van nu zijn de bouwers van een werkelijkheid, waarin klassieke opvattingen van ruimte versmelten met de nieuwe opvattingen van ruimte en tijd zoals aangegeven vanuit de electronische- en buitenaardse ruimte. Martin Sjardijn mei 1991. OVER MIJN WERK De eerste gedachte over een object in de buitenaardse ruimte stamt uit 1984. In die tijd stelde ik mij een lijnstuk en een cirkel voor in een baan buiten de dampkring, zichtbaar vanaf de aarde met het blote oog, bij heldere nachtelijke hemel. Dit idee ontwikkelde ik uit mijn onvrede ten aanzien van de schilderkunstige verbeeldingsmogelijkheden ten opzichte van beeldontwikkelingen uit de mij omringende wereld, op het gebied van de electronica, architectuur en ruimtevaart. Ik vond het in die tijd niet zinvol om temidden van het beeldtumult nog iets toe te voegen. De mij bekende middelen, waren niet in staat zich staande te houden tussen de, toch al overdaad aan beelden. Ik was niet in staat iets nieuws toe te voegen. Hetgeen ik kende op het gebied van de vervreemdende kunsten, zoals de ironische mentaliteit; de persoonlijke en individuele mentaliteit, die suggereert dat er zoiets zou bestaan als een persoonlijke smaak, buiten de kennis; de intellectuele en elitaire beeldtaal, die als codetaal een klasse lijkt te moeten markeren; de maatschappijkritische mentaliteit, die mij welliswaar het meest sympathiek is, maar te noodzakelijk, te ge�ngageerd voor mijn opvatting van kunst; en de gewone ornamentalistische versierkunst, stond verre van hetgeen mij kon motiveren. Op aarde is het zo dat overal waar je kijkt, als je de blik horizontaal houdt, je uitingen waarneemt van (technische- en) kunstcultuur, die steeds minder betekenisvol voorbijtrekken aan het oog. 's-Nachts bij heldere nachtelijke hemel ervoer ik de ruimte als een cultuurloze en rustige ruimte, met alleen sterren en af en toe geruisloos een bewegende stip, als uiting van de aanwezigheid van de mens in de ruimte. Van die stip maakte ik een eigen vorm: een lijnstuk en een cirkel in een baan om de aarde en legde daarmee de basis van mijn huidige werk (2). Vormen dacht ik in een leegte en niet direkt opeengepakt met de cultuuruitingen van de aardse buren. De ruimte beangstigde me al jaren om zijn leegte, in contrast met de volheid van de steden en het land. Met het idee van een cirkel en het lijnstuk had ik houvast in de ruimte en durfde ik de denkervaring aan te gaan. Zo kon ik mijzelf denken als kijker in en vanuit de ruimte. Hetgeen ik ervoer vergeleek ik met de klassieke, renaissancistische opvattingen. Ik meende te kunnen konstateren, dat de klassieke aardse tijd-ruimte zich enorm verkleind heeft, zelfs tot een overzichtelijke bol met een gesloten, cirkelvormige horizon. De rechte horizon wordt krommer en zelfs tot een cirkel naarmate men verder van de aarde afraakt. En nergens is er meer een scheiding tussen land en lucht. Later bemerkte ik dat al eerder idee�n waren ontwikkeld om iets in de ruimte te denken en/of letterlijk te brengen. Daarmee vond ik deels een historische basis die mede als bron van inspiratie kan dienen. In mijn opvatting gaat het om een complete vorm in de ruimte, los van de aarde en meer dan een punt, dat zichtbaar vanaf de aarde is met het blote oog en derhalve voor mij re�l aanwezig. (behoudens natuurlijk de technische experimenten, gedaan door ruimtevaart-instanties en hun ruimtevaarders). Vorm is voor mij iets compleets en heeft sculpturale kwaliteit. Vorm kan in rotatie om twee of meerdere assen, totaal worden ervaren en dat was voor mij in sculpturaal opzicht een fenomeen van de eerste orde. De punten van de technische satellieten werden door mij niet als vorm ervaren, maar veeleer als een bewegend technisch punt, als informatiepunt, dat stond voor iets "aards" in de ruimte, waardoor ik mijn verbeeldingskracht hooguit liet afdwalen naar hoe die satelliet er op aarde uit zou zien. Want iets is pas een vorm als er meerdere punten op dat iets aanwezig zijn, waardoor de vorm alszodanig gedefini�erd kan worden door het oog. Ook het beeldje van de Belgische kunstenaar Van Hoeydonk, dat op de Maan gedeponeerd is, heeft welliswaar vorm. Echter dit beeldje, dat ik mij alleen kan denken, liggend op de maan (waar of onwaar doet er niet eens toe), ligt toch in een